Enige aantekeningen van straten in Den Bosch


door F.W. Smulders, 1907

In 1907 verscheen: Oude namen van huizen en straten te 's-Hertogenbosch, van Jan en Alph. Mosmans. Op blz. 77-84 staan straatnamen. Naar aanleiding hiervan laat ik hier enige opmerkingen volgen. Ik verwijs naar 't Bosch Protokol met nummer-folio-jaar: 1212-67v-1442 betekent dus: Den Bosch R 1212 folio 67 verso, jaar 1442. R betekent Rechterlijk Archief.

Abtsburg in de Kruisstraat. Genoemd naar de abt van Sint Truiden die daar ook enige huizen bezat. Juxta ponten abbatis sancti Trudonis (1236-8-1466).

Achter 't Stadhuis. Nergens in de oude akten blijkt iets van Joden, die daar vlgens Mosmans gewoond zouden hebben (zelfs "vele Israelieten"), tenminste nergens in akten vóór 1600. Ook Van Sasse van Ysselt vermeldt die Jodenbewoning, zonder bewijsplaatsen aan te halen (II 156). Pas in de 17de eeuw vindt men hier en daar Joden, die een kamer of deel van en huis gehuurd hebben. Tussen de 14de en de 16de eeuw heb ik nooit een Jood gevonden, die een huis bezit in Den Bosch. 't Is verkeerd om uit het aanwezig zijn van enige Joden in de 18de eeuw te besluiten tot het aanwezig-zijn daarvan ("vele" in vroeger eeuwen). De enige Jood, die ik vond, was een Duitse Jood, die hier gedoopt werd in 1496 (1265-403-1496).

Beurdse Straat genoemd naar de buurt Beurde, die ook de Weversplaats en Oude Huls omvatte en andere kleine straatjes.

De Berenbrug: Mosmans noemt deze brug: Beverbrug, maar dat berust op een verkeerde lezing van de afkorting beu', die inderdaad als bever gelezen kan worden, als de u voor de v staat; maar als het niet een u maar een n is, dan moet men lezen beren. Het afkortingsteken voor de r staat dikwijls achter de laatste letter. Die R moet dan midden in het woord ingevuld worden, bij voorbeeld: haen' = Haren, Ben'broeck = Berenbroeck, Men'voirt = Merenvoirt. Maar de onzekerheid wordt zeker opgelost door de volledige schrijfwijze: berenbruge (zie: 1223-295v-1453; 1244-234-1475; 1249-232r-1480).

De Blaatse Brug is de Korenbrug. Genoemd naar het belaat d.w.z. de stuw in de stroom. Belaat is een nevenvorm van: verlaat. De naam heeft niets te maken met het Mosmanse blatier d.i. korenkoper. De Korenbrug heet in het Latijn wel pons bladi. Bladum wordt in het rans: blé (oude spelling bled). Maar Blaatse Brug is genoemd naar 't belaat of blaat aldaar. Men vindt in de polder aan de Deuterse kant wel eens een "blaet" of stuw vermeld in de poldersloten, bij verpachting van de visserij in de 15de eeuw.

De Korte en de lange Kameren: van het blok op de markt heten ook Koopliedenkameren of Cameretten.

Kolperstraat: De tegenwoordige Kolperstraat heette vroeger de
Korte Kolperstraat, omdat de Verwerstraat vroeger Kolperstraat of Lange Kolperstraat heette. De naam heeft niets te maken met colporteurs, zoals Mosmans zegt. Dit berust op een verkeerde lezing van: vicus reparatorum veterum vestium (1266-154-1498), d.i. Oudeklerenherstellerstraat, zoals de Korte Kolperstraat ook heette. De streek tussen Verwerstraat en Kerkstraat schijnt vroeger Kolper geheten te hebben. De straat die van de Peperstraat loop naar de Kolperstraat de Lange Putstraat. Men moet dus niets verzinnen over een niet betaande straat, die dan van de Korte Kolperstraat gelopen zou moeten hebben naar de Peperstraat.

Kolnerspoort: Zusers-van-Orthen-poort. Willem Coelneer bezat een stenen huis en tien kamers, d.i. kleine huisjes aldaar(1228-255v-1457). Ook geschreven: Collenersport (1238-326v-1469). Ik houd het er voor, dat de naam Coelner of Colleneer (d.i. Keulenaar) is en niet Colver, zoals Mosmans schrijft.

Krullartstraat. In de 15de eeuw komen Crullenstraetken zowel als Crullaertstraetken voor. Dit straatje heette ook: Coetelbaertstraetken (1265-155v-1469; 1269-19v-1500).

Dravelgas: 't deel der Snellestraat vanaf de Minderbroedersstraat in de richting van de Kruisstraat. Hoe Mosmans aan Dravelgits komt, begrijp ik niet. Ik lees overal Dravelgas, soms Dravelgasse of Dravelgaes.

De Gastelstraat heette in de Middeleeuwen: "de oude-Gasthuis straat". Ook Gasthuysstraetken (1214-16-1443). Dat alte gasthuysstratken (1267-421-1499).

Hinkartstraatje is 't Loodgietersstraatje tussen Hoge Steenweg en Karrestraat (naast de Postzegel). Dit straatje werd aangelegd op een erf van Philip Hinckart (1218-74v-1448). De naam is Hinkart,en niet Huikart.

Jodenpoort. Porta Judaeorum. Hoe weet Mosmans dat er vele(!) Joden woonden in de nabijheid van deze poort, toen de stad pas gesticht was? Deze poort stond aan 't eind van de Schapenmarkt bij 't Verguld Harnas, dus aan de kant van de Vughterstraat. Deze poort heet ook "Onzer Vrouwen poert" (1259-92v -1489), d.i. Onze-Lieve-Vrouwepoort. Jodenpoort zal zij genoemd zijn naar de familie De Jeude (die Joede), die de Waag ook bezeten heeft, hetzij in huur of hoe dan ook. De familie De Jeude is genoemd naar een voorvader Judas (Thaddeus). Jan, zoon van Peter Judas heet in de 14de eeuw: Jan Peter Joeden zoon. De naam is dus een patroniem en kwam ook veel voor aan de Maaskant. Ook de voornaam Judas vindt men bij deze familie. Terwijl ik dit schrijf heb ik geen bewijsplaats bij de hand voor die Waag-Jeuden.
Kofferstraat of Koffermakersstraat is een andere naam voor de Stoofstraat. Deze straat of deze buurt heette ook: Land van Heuden.

Loefbrug: in de Waterstraat. Genoed naar Dirk Loef, wolwever, die aldaar een huis had (1176-323v-1383).

Lombardenbrug in de Keizerstraat, genoemd naar de Lombarden, die ook in de Keizerstraat gezeten hebben. Heet ook Koningsbrug naar Jan vanden Steen, wapenkoning (1214-212-1444), die ook genoemd werd: Jan geheten Coninc Jan van Steensel, de wapenkoning (1215-205v-1445). Coninc-Cupers-brugge vindt men ook hiervoor (1215-189v-1445).

Mandemakersstraat, of Onder de Mandmeker of Achter die Mandmeker. Dat is de Brede Haven. De erven grenzen achter aan de stadsmuur.

De Mortel. Men schijnt altijd het plan gehad te hebben om het Mortelstraatje te verbreden, maar dat is er nooit van gekomen. Bij verkoop van erven staat dikwijks de bepaling, dat men een strook af moet staan voor de verbreding van dat straatje. Mortel zal betekenen modderpoel. Met begraafplaats heeft het niets te maken.

Ortheneind is het stuk over de brug.

Orthenstraat wordt soms ook gebruikt voor de Hoge Steenweg, ofschoon ook de naam daarnaast Hoge Steenweg gebruikt werd.

Zevensneeusche Brug. Sevensnezebrug (1239-110-1470) is de brug bij het oude concertgebouw. Van Sasse van Ysselt (I 71) noemt die: de Zevensteense brug, maar men vindt als in 1302: Sevensneze brugge (Godshuizenarchief 391 f 14v) en in 1387: Sevensneesche brugge (Godshuizenarchief 390 f 19v). Genoemd naar Jan Sevensnese, die een huis bezat bij die Sevensneusche brugge (1232-8ov-1462).

Papenhuls en Wevershuls is dezelfde straat.

Prikershoek in Beurde is de Kemelsharenhoek. De Barbarakapel stond in Prikershoek (1227-280-1457). Jan Petersz. Priker bezat vroeger een huis in de Boerdsche straet tegenover de Barbarakapel (1223-205-1453). Jan Priker wordt met zijn erf aldaar al genoemd (1175-36v-1367).

De Putstraten zijn genoemd naar de Verwersput. De Korte Putstraat heet ook Gortersstraat (vicis Grumellatorum). De Langen Putstraat heet ook Wijngaertstraet (1222-294-1452) en wordt ook aangeduid als de straat die van de Peperstraat loopt naar de Kolperstraat of Verwerstraat.

De Ramen of Onder die Ramen heette de plaats waar lakenramen stonden bij 't Volderstraatje en de Oude Dieze. Men vindt daar ook de Raemdijck (1215-32v-1445).
Zakstraat. Ik vond: dat Zeckerstraetken inden Mortel (1258-100-1489).

Zadelmakersstraat of Zadelstraat is de Schapenmarkt (Vicus Selliparorum).

Schilderstraat, genoemd naar de familie Schilder. Henrick Scilder bezat een herenhuis aldaar. (1213-186-1443) O0k Claes Scilder (1214-44-1444).

Spoorstraat is een andere naam voor de Minderbroedersstraat.

Zwengelbrug op het Hinthamereind. Dikwijls vermeld als plaatsaanduiding: Over die Swengelbrugge.

't Voldersgat en de Volderstrap vindt men bij de Oude Dieze en 't Voldersstraatje. Die (1213-113v-1443; 1234-112-1465). Die werff aent Volregat bij Volretrap (1249-162v-1480). Men vindt ook: bij de Voldersbalk (prope trabem fullorum) (1224-142v-1453).

Voldersstraat: Dit oude straatje heeft veel namen:
De Zusters van Orthen-poort is genoemd naar het klooster der Zusters van Orthen, die niet gesticht zijn door ridder Jan van Orthen, zoals Mosmans, Schutjes en Coppens naschrijven van Jacop
van Oudenhoven, Beschrijvingen der stad van s'Hertogenbossche bl. 160 (hij heeft het daar over de adellijke familie van Orthen). Zij werden gesticht door heer Jan van Orthen, priester (1191-502v-1420; 1234-154v-1464; 1243-196-1473).

De Zijl of de Zijle: deze straat omvat de Wolvenhoek, Achter 't Wild Varken en Achter 't Verguld Harnas en soms ook het begin van de Snellestraat (van Vughterstraat tot Stoofstraat). Een zijl is een stuw of sluis. Die zal er een geweest zijn in de Dieze aldaar. De straat wordt ook omschreven als de straat die van 't woonhuis van wijlen Engbert Ludinc vanden Dijck loopt naar 't woonhuis of groot herenhuis van de Vrouwe van Lake (d.i. tot 't Huis van Helmond : Belasting- en Kadasterkantoor)(1213-179v-1443). Van Sasse van Ysselt noemt deze vrouwe van Lake de heer van Lake (II 65). Maar domina is vrouwe. Ook: de straat die van de Vughterstraat loopt naar 't woonhuis van wijlen Engbert Ludinc vanden Dijck (1213-210v-1443). De straat die van de Zile loopt naar 't Huis van Postel (1222-334v-1452) zal het begin van de Snellestraat zijn en verder de Stoofstraat. Het begin van de Snellestraat heet ook die Slootmekersstraet (1239-79v-1470).

Het Lange Korenstraatje, tussen Hoge Steenweg en Karrestraat heette dit Neystraetken (1233-260-1464) of dat Naeystraetken (1265-304-1496). Van Sasse van Ysselt denkt dat dit het Nieuwstraatje betekent (III 528 en 598). Maar dat kan taalkundig niet. Zeyen, meyen, weyen en neyen, xo sprak en schreef men in Middeleeuwen met een oud germaanse è. 't Ney- of Naeystraetken houdt dus verband met naaien in erotische betekenis. Er zullen daar enige „stoven” geweest zijn. Er was ook een familienaam: die Naeyer. Wij zeggen nu wel in het Brabants voor nieuwe hoed: een nije of neie hoed. Maar in de spelling komt deze diftongering van i tot ij of ei pas nà 1500 of 1550 tot uiting. De verklaring van Neystraet als Nieuwstraat is dus absoluut onjuist. (Nieuwstraat is in de Middeleeuwen Nustraet of Nyestraet).

De Haven wordt ook al vroeg vermeld. Sommige huizen strekten zich met hun bijgebouwen uit van de Orthenstraat tot de Haven. Een stenen huis aan die Haven (1187-113-1411) etc.

De Molenbrug in de Vughterstraat wordt al vermeld in 1334 (1800-356v-1334). Deze is genoemd naar de watermolen, die achter de Vuchterstraat aan de kant van de Molenstraat stond (1179-292-1391): een watermolen bij de Molenbrugge bij die Vuchtertraat). Die Molenbrugge behoorde bij de watermolen (1184-7v-1404).

Elias-Lozen-straatje lag bij de Hinthamerstraat tegenover St. Jacopsstraat (1238-189-1469). Het heet ook Elyaes-straetken (1240-281-1471).
Tegenover 't St. Jacopsstraatken lag ook 't Waterstraatje (dwaterstraetken) (1262-357-1493) ; dit heet ook Koetsstraetken (1262-357-1493).

Die Duvelstraet lag achter een huis aan de Hinthamerstraat (1222-39v-1452; 1223-103-1453).

Die Slijcstraet, zijstraat Windmolenberg (1223-32-1453).

Batenborch-straetken, lopende van de Markt naar een put vóór 't Minderbroedersklooster (1223-96-1453).

Die Myssenstraet (1222-15-1451) is dezelfde straat - blijkens een hoekhuis - als die Nustraet (1239-53v-1470). 't Is het begin van de Lange Putstraat aan de kant van de Verwerstraat. Misscien is een mest- of vuilnishoop. Nustraet betekent Nieuwstraat.

Zwijndrecht: in de gemene hoven binnen de stadsmuur, ter plaatse genaamd Zwijndrecht (1217-326v-1447). Dit zal zijn tussen Koepoort en Berewoutstraat langs de stadsmuur. Een hof lag daar van wijlen Jan Coninc, die een stenen huis bezat op de hoek van die Coepoort bij de Korenbrug. Lambert van den Arennest bezat n huis en hof opt Sant bij Den Bosch, naast de molenaar Jan van Geffen (1248-141-1479). Waar is dat?

Dat Gruytstraetken (1241-231-1472) lag bij de Hinthamerstraat; later Achter het Vuurstaal genoemd.

Hof van Brabant: Achter de Hinthamerstraat aan de Diezekant. Dat Hoff van Brabant (1231-264-1461). Gerit van Berkel bezat erven in sHertogenhof (1222-316v-1452).

Heulstraat: het begin van de St. Jorisstraat vanaf de Vuchterstraat: die Hoelstraet (12141-369-1472). De Heul zal de overbrugging van de Dieze zijn. Men vindt echter ook: die Hulsstraet (1213-190-1443) en: bij Hulsbrugge (1238-19-1469; 1233-151-1463).

Schrijnwerkersstraat (vicus scriniparorum) is de Karrenstraat (1225-59-1455). O0k Screynmekersstraet. Die Karstraet (1213 81-1443). Die Kerstraet (1213-124-1443).

Het Straatje van Best is het straatje dat van de Orthenstraat liep naar het woonhuis of herenhuis van Jan van Best (1213-17v-1442).

Bokhovenstraatje. Dat Buchoverstraetken lag tussen de Orthenstraat en de haven (1235-71-1466), genoemd naar Claes Oem, heer van Buchoven, die daar een herenhuis had (1248-194v-1479).